zondag, februari 10, 2013

Soundtrack part. 2: Comptine d'un autre éte: L'après-midi van Yann Tiersen voor Amélie Poulain of Valangst



Valangst

Mijn zweet kan ik ruiken, angstzweet, langzaam geroken zweet. Bij elke beweging een zweem van mans vocht en in stilte stromend. Vrouwenvocht, vrouwenzweet, de angst regeert, regeerde, want ik ben klaar. Geen angsten meer, of toch, ja, toch.

Flink onderschat, dat talent van mij, dat immens danstalent. Dat talent van mij om te voelen, te beleven. Als ik beweeg, beleef ik, intens, intenser, immenser. Vandaar mijn danstalent. Geen remmen dan, geen toeschouwers. Alleen ik en mezelf, zwervend door de ruimte. Explorerend, het kind zoekend en vindend in hoeken en kanten.

Ja, dat kind, dat niet durfde, dat dacht dat het niets kon. Het kan wel, weet ze nu. Nu pas. Dertig jaren later. Maar nooit te laat. How, maar, nooit te laat. Altijd net op tijd. Ja, dat is goed, alles is altijd op tijd. Zo gaat het leven. Alles komt altijd net op tijd. Geen vertraging, of toch, maar die stond in het scenario. Vandaar, gepast.

Dat kind weer, dat niet durfde, dat dacht dat het niets kon. Dat ze niet dansen kon, niet springen, omdat ze niet vallen durfde. Ja, bang om te vallen. Dat kind, het keek toe, elke detail nam het op, in dat wilde, kleine hoofd, waar alles netjes een plekje kreeg. Dat hoofd dat weegt.

Dat kleine mensenkind, zoekend naar plekken waar het nooit is geweest, naar moois, nieuwsgierig door het raam. Kijkend, observerend, zwijgend. Dat kind dat las en verzon verhalen en werelden in haar hoofd. In de echte wereld keek het alleen maar. Want deelnemen, nou ja, dat durfde het niet. Want die angst om te vallen, ja, die angst was veel te groot. Groter dan het kind.

Nu ben ik groter, groter dan mijn angst. Maar dat kind zit nog in mij. Dat lieve, bange kind. Ja, bang ben ik altijd geweest. En nog steeds snoert het me nog vaak de mond. Maar ik ben sterker geworden. Sterker dan de wind, sterker dan de angst. Niets kan mij de mond nog snoeren.

Ik kies nu om te zwijgen of te spreken. Geen angst meer, of toch. Lief ben ik voor dat kind in mezelf. Ik koester het, laat het leven, laat het dansen, want dat kan het, dansen. Haar leven lang zal ze dansen.

Popje

Geen opmerkingen: