Het landschap trekt zich op
wild deinend in de einder
ontsponnen voor mijn geluk
elke heuvel blijer op de top
Mij dragend met de wind
tussen elke druppel door
daar schrikt familie fazant
en duiken eendekuikens
hun moeder achterna
Door het bos voel ik de bomen
de warmte onder hun bladerdek
mij met warme dauw bedekkend
Kasseien bolderen onder me door
als een rouwtapijt van verloren gedachten
elke vezel opgeschud en vrijgemaakt
Rag in mijn haren
gesponnen als een liefdesbed
verwoest door knopen en punten
Het einde in zicht
de benen moe
voldaan
Liefs,
Popje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten